Get 20M+ Full-Text Papers For Less Than $1.50/day. Start a 14-Day Trial for You or Your Team.

Learn More →

DE VRAAG NAAR DE ZIN (II)

DE VRAAG NAAR DE ZIN (II) A. Troost Het eerste deel van dit artikel 1 ging vooral over de problematiek van het vragen naar de zin, terwijl nu die van het antwoorden op die vraag aan de orde is. We zagen dat de zinvraag drieledig is en betrokken op de bestaanswijze, de oorsprong en de bestemming van het menselijk leven in het algemeen. Deze drie vragen bleken niet los van elkaar te kunnen worden gesteld, zij hangen zo innerlijk en sterk sam en, dat gesproken moet worden over de ene vraag naar de zin in haar drie-ledigheid. In het eerste artikel werd ook gesproken over verschil en overeenkomst tussen de filosofische en de theologische benaderingswijze van de zinproblematiek. We stelden dat de theologie de zinvraag noodzakelijk aanpakt bij de vragen naar oorsprong en be stemming, terwijl de filosofie haar noodzakelijk moet aanvatten in het midden: de vraag naar de transcendentaalstructurele bestaanswijze van het menselijk leven. In de feitelijke zinbeleving in de praxis (waarvan de wetenschap een speciale sector is) speelt de algemeen menselijke geloofsfunctie een zowel richting als inhoud gevende rol. Dat riep de vraag op naar de plaats van de bijbel in de christelijk-wijsgerige praxeologie, en naar het verschil ten deze met de http://www.deepdyve.com/assets/images/DeepDyve-Logo-lg.png Philosophia Reformata Brill

DE VRAAG NAAR DE ZIN (II)

Philosophia Reformata , Volume 52 (1): 41 – Feb 20, 1987

Loading next page...
 
/lp/brill/de-vraag-naar-de-zin-ii-pESPVnG0se

References

References for this paper are not available at this time. We will be adding them shortly, thank you for your patience.

Publisher
Brill
Copyright
© Copyright 1987 by Koninklijke Brill NV, Leiden, The Netherlands
ISSN
0031-8035
eISSN
2352-8230
DOI
10.1163/22116117-90001470
Publisher site
See Article on Publisher Site

Abstract

A. Troost Het eerste deel van dit artikel 1 ging vooral over de problematiek van het vragen naar de zin, terwijl nu die van het antwoorden op die vraag aan de orde is. We zagen dat de zinvraag drieledig is en betrokken op de bestaanswijze, de oorsprong en de bestemming van het menselijk leven in het algemeen. Deze drie vragen bleken niet los van elkaar te kunnen worden gesteld, zij hangen zo innerlijk en sterk sam en, dat gesproken moet worden over de ene vraag naar de zin in haar drie-ledigheid. In het eerste artikel werd ook gesproken over verschil en overeenkomst tussen de filosofische en de theologische benaderingswijze van de zinproblematiek. We stelden dat de theologie de zinvraag noodzakelijk aanpakt bij de vragen naar oorsprong en be stemming, terwijl de filosofie haar noodzakelijk moet aanvatten in het midden: de vraag naar de transcendentaalstructurele bestaanswijze van het menselijk leven. In de feitelijke zinbeleving in de praxis (waarvan de wetenschap een speciale sector is) speelt de algemeen menselijke geloofsfunctie een zowel richting als inhoud gevende rol. Dat riep de vraag op naar de plaats van de bijbel in de christelijk-wijsgerige praxeologie, en naar het verschil ten deze met de

Journal

Philosophia ReformataBrill

Published: Feb 20, 1987

There are no references for this article.