Access the full text.
Sign up today, get DeepDyve free for 14 days.
References for this paper are not available at this time. We will be adding them shortly, thank you for your patience.
154 Cornelisz of "The Three Crosses" (Print Cabinet, Stuttgart), which in drawing and compo- sition shows so much similarity with the "Descent from the Cross", a work by a Master of the Haarlem School, formerly in the Figdor Collection, as to leave little room for doubt that painting and woodcut are by the same hand. Together with this are two others, "The Martyrdom of Saint Lucia" and a "Crucifixion" (both in the Ryks Museum), which are commonly recognised to be by the same hand as the Figdor piece. The writer points in these to several characteristics of Jacob's late works, and refers to the "Lydwina" prints and other woodcuts which, in his book "Dutch and Flemish Woodcuts of the 15th. Century", he attributes to Jacob. As a fourth work he designates a "Mass of St. Gregory" (Zurich), which also bears resemblance to some woodcuts. Jacob Cornelisz, the progenitor of the Amsterdam School, would now appear to have come originally from the Haarlem School. Dateering van Frans Hals' Portret van P. v. d. Broecke door J. G. VAN GELDER. 6 Juni 1630 liep Pieter van den Broecke "ghewesene Directeur over des Compagnies Negotie op de Custe van Indien", als Admiraal van een retourvloot, welke o.a. de weduwe van Jan Pietersz. Coen naar Holland terugbracht, veilig met zijn schip "Wtrecht" de reede van Texel binnen. "Van d'Helder met een waghen naer Amsterdam ghereden", schrijft van den Broecke in zijn Journaal, en "daer (Godt danck) den 7. Junij [ge]arriveerd, naer dat ick over de seventien achtereenvolgende jaeren in des Compagnies dienst hadde gheweest. Vereerden mij [nml. de Bewindhebbers] een gouden Keten, van twaelf honderdt guldens, met danckbaerheydt van mijn trouwe diensten". Het door Frans Hals geschilderde portret van Pieter van den Broecke bevindt zich reeds sedert langen tijd in Kenwood Park (Iveagh Bequest) en wordt algemeen omstreeks 1637 gedateerd (vgl. Valentiner, F. Hals, nr. 163). In het hierboven genoemde in 1634 te Haarlem gedrukte journaal 1) bevindt zich een gegraveerd portret naar dit schilderij, dat dus niet nA 1634 en ook niet voor Juni 1630 kan zijn vervaardigd. Doordat de uitgever de prent in het oblong formaat niet dwars heeft willen zetten, ontbreken de onderhelft met het gedicht in een cartouche en de auteursnaam. De prent is echter dezelfde, die F. Muller onder nr. 731 in zijn Beschrijvenden Catalogus van 7000 portretten vermeldt 2). De graveur blijkt A. Matham te zijn. Verder is in het randschrift te lezen: "Co. Pieter vanden Broecke van Antwerpen - Aetatis suae 48. Anno MDCXXXIII". Onder dit portret van 1633 staat het devies "Een uur betaelt het al", een vierregelig gedicht verhoogt den luister. Nu heeft de niet ingekorte gravure dezelfde hoogte als de andere 12, alleen in den Catalogus van den Atlas van Stolk (lVr. 1671) beschreven etsen, welke door Matham voor deze uitgave werden gemaakt. Matham plaatste in tegenstelling tot Hals den geportretteerde in een ovaal en zittend voor een gordijn, maar dit zijn stellig eigen toevoegingen van den graveur. Aan de betrouwbaar- heid van den datum 1633 behoeven wij in elk geval niet te twijfelen. Het spreekt vanzelf dat op schilderij en prent de kostbare keten duidelijk zichtbaar is. The Date of the Portrait of P. v. d. Broecke by Frans Hals, by J. G. VAN GELDER. The portrait of Pieter van den Broecke, at Kenwood Park, Iveagh Bequest, although generally supposed to be of later date, is denoted by the writer as dating from 1633. There can be no doubt as to this date, because it appears on an engraving by A. Matham, and thi.s engraving was made for Pieter van den Broecke's Journal, which was printed at Haarlem in 1634. The gold chain Van den Broecke wears on the portrait was a gift on his arrival in Holland, in 1630. 1) Korte historiael ende journaelsche Aenteykeninghe Van al 't gheen merck-waerdich voorgevallen is, in de langhdurighe Reysen, soo nae Cabo Verde, Angola &c. als insonderheydt van Oost-Indien; beneffens de beschrijvingh en afbeeldingh van verscheyden Steden, op de Custe van Indien, Persien, Arabien, en aen 't Roode Meyr: Aldereerst (van wegen de Gheoctroyeerde Oost-Indische Compagnie) besocht, en opghedaen, door Pieter van den Broecke, ghedruckt tot Haerlem, bij Hans Passchiers van Wesbusch.... Anno 1634. 2) Zoo ook E. W. Moes, Iconographia Batava, Amsterdam 1897, nr. 1130.
Oud Holland - Quarterly for Dutch Art History – Brill
Published: Jan 1, 1938
You can share this free article with as many people as you like with the url below! We hope you enjoy this feature!
Read and print from thousands of top scholarly journals.
Already have an account? Log in
Bookmark this article. You can see your Bookmarks on your DeepDyve Library.
To save an article, log in first, or sign up for a DeepDyve account if you don’t already have one.
Copy and paste the desired citation format or use the link below to download a file formatted for EndNote
Access the full text.
Sign up today, get DeepDyve free for 14 days.
All DeepDyve websites use cookies to improve your online experience. They were placed on your computer when you launched this website. You can change your cookie settings through your browser.